Geschiedenis

Het paard leeft al miljoenen jaren en in die tijd is het leven van het paard enorm veranderd. Van oorsprong is het paard een wild dier, maar door de mens is het paard getemd tot een tam dier. De eerste getemde paarden werden gebruikt als vervoersmiddel, de mensen zagen als voordeel van het paardrijden dat het minder vermoeiend was dan lopen. Naast het gebruik als vervoersmiddel werd het paard gebruikt op de boerderij als trekvoertuig voor bijvoorbeeld een ploeg. Maar na de komst van de auto en landbouwvoertuigen was het paard niet meer nodig. Vanaf toen is het paard een gezelschapsdier geworden en worden er wedstrijden met paarden gehouden. Er bestaan wel meer dan 200 paardenrassen. Verschillen in rassen kun je zien aan de bouw en de kleur van een paard

Kenmerken

Paarden hebben de grootste ogen van alle landzoogdieren. De ogen van een paard zitten aan de zijkant van het hoofd. Hierdoor hebben ze een breed gezichtsveld van wel 350 graden. Paarden hebben een uitstekend dag- en nachtzicht. Paarden zien objecten bijna hetzelfde als mensen, alleen zien paarden vooral grijs, wit, groen, blauw en gele tinten. Paarden zien voorwerpen met de kleur rood in geelgroen. Verder hebben paarden een goed gehoor en een sterk reukvermogen. Hun reukvermogen is zelfs beter dan dat van mensen. Paarden hebben ook een goed evenwichtsgevoel. Een paard voelt alles, zo kan hij precies voelen waar een insect op het lichaam landt. De smaak van een paard is ook goed ontwikkeld, dit stelt een paard in staat om eten te sorteren om zo het lekkerste op te eten.